De Vughtse Regeling, meer specifiek de Vughtse aankoopregeling.
De regeling die bedoelt is om die mensen die zitten met een onverkoopbaar huis, maar die dat huis toch wel heel erg graag willen verkopen, om juist die mensen een uitweg te bieden, een vangnet.
Een regeling die nog in de kinderschoenen staat wie de kinderschoen past, trekke hem aan. Want dat er een hoop mitsen en waren in de commissie, dat moge duidelijk zijn, maar dat er ook een gezamenlijke wil was om tot een Vughtse aankoopregeling te komen, ook dat stond buiten kijf. Met de essentie van de regeling is namelijk niets mis. Op hoofdlijnen is het een uitstekend kader, aangezien het voortborduurt op de regelingen van Moerdijk en Groningen, maar de regeling had nog wel een Vughts sausje nodig.
Vandaar een
raadsbreed amendement, waarmee we het college richting geven,
een amendement waarmee we aan knoppen draaien, maar bovenal een amendement
waarmee we duidelijkheid willen creëren en zekerheid willen geven aan bewoners
en belanghebbenden. Voor hen is het belangrijk dat zij weten waar ze aan toe
zijn, én dat ze weten dat deze regeling nog flexibel is. We beginnen met een
pilot waarin zowel burgers, belanghebbenden en deskundigen betrokken worden om
de regeling nader uit te werken, om de regeling bij te kunnen blijven stellen.
Hiermee hopen we tot een optimalisatie te komen die recht zal doen aan alle
input.
Grofweg zijn er
vijf punten waarop we de regeling veranderen en drie punten waarop we nog
uitgebreidere raadsvoorstellen van het college verlangen. Allereerst wordt de
doorlooptijd verkort door de openbare verkooptijd te verkorten en het aantal
toewijzingsmomenten te verhogen. Hierdoor hoeven mensen minder lang te wachten
totdat hun huis verkocht is. De VVD ziet overigens graag dat de
toewijzingscommissie van deze termijnen mag afwijken indien zij dat nodig
wenst, maar daar kom ik zo op terug.
Ook het maximaal
aantal woningen dat per jaar aangekocht wordt, wordt veranderd. Dit wordt
namelijk revolverend gemaakt, op het moment dat we gedurende een jaar woningen
verkopen die in dat jaar gekocht worden, kan er van het vrijkomende geld dat
jaar wederom een woning gekocht worden. Met als maximum het aantal van 25
woningen in eigendom van de gemeente. Voor alle duidelijkheid: na een jaar
begint het tellen weer opnieuw en sluiten we het voorgaande jaar af. Zodoende
kunnen er na 2 jaar maximaal 50 woningen in bezit zijn, maar indien er van het
eerste jaar nog maar 20 woningen in bezit zijn na 2 jaar, kunnen er in jaar 2
dus niet 30 woningen gekocht worden.
Een andere
wijziging hebben we in de commissie al aangedragen. Dat gaat over de verkoop
van een woning door de gemeente voor meer dan de taxatiewaarde, binnen zes
maanden na de overdracht aan de gemeente. Dit verschil, minus de kosten, wordt
namelijk uitgekeerd aan de voormalig eigenaar, tenzij dit getal natuurlijk
onder 0 duikt.
De laatste
wijziging die we aan willen brengen is het per direct oprichten van een
klankbordgroep bestaande uit direct betrokken bewoners. De mensen aan het spoor
en N65 hebben namelijk het grootste belang bij deze regeling, dan moeten we
deze mensen ook het beste horen.
Deze wijzigingen
achten wij als raad nodig om de regeling nu te verbeteren, maar dat wil niet
zeggen dat de regeling daarmee al optimaal is. Het is niet voor niets dat we
aftrappen met een pilot. Een pilot waar we tegen problemen zullen aanlopen, een
pilot waar we oplossingen voor die problemen zullen vinden. Dit kunnen we
echter niet alleen. Het is daarom dat we het college van B&W opdracht geven
na de pilot bij ons terug te komen met een geoptimaliseerde regeling, die tot
stand is gekomen met behulp van bewoners, belanghebbenden en deskundigen.
Maar ook voordat de
pilot van start gaat willen we nog voorstellen ontvangen van het college, er
zijn namelijk nog punten waarop meer duidelijkheid noodzakelijk is. Hoe zit het
namelijk met de financiën? Bij een regeling als deze zou het mooi zijn als die
na afloop budgetneutraal blijkt te zijn, maar er is bij de start natuurlijk wel
een startkapitaal nodig. Hierover willen we graag een voorstel ontvangen van
het college. Maar we spreken ook onszelf als raad hierop aan. Ook wij moeten
ernaar streven budgetten binnen te halen, wellicht door met provinciale staten
te gaan praten, of met de Tweede Kamerfracties, van SGP tot Partij van de
Dieren.
Ook over de
eerdergenoemde onafhankelijke beoordelingscommissie willen we een apart
raadsvoorstel. Een raadsvoorstel waarin we besluiten wie er in deze commissie
zitten, welke bevoegdheden ze hebben, zittingstermijnen etc. etc. Het is nu te
kort dag om daar fatsoenlijk over te kunnen besluiten, vandaar de vraag om een
apart voorstel.
En het laatste, en
misschien wel belangrijkste punt waar we graag een helder besluit over willen
nemen voordat de pilot van start gaat maar waarover momenteel nog te veel onduidelijkheid
is: van welke taxatiewaarde gaan we uit. Hierover lopen de meningen sterk
uiteen, sommigen opperen 2006, anderen de dagwaarde, sommigen opperen woz
waardes, andere weer geïndexeerde waardes alsof ze aan het spoor liggen maar
alsof er tegelijkertijd op dat spoor niets gebeurt. Voor allen is wat te
zeggen, tegen allen is wat in te brengen. Het is niet verstandig om daar nu in
alle haast een besluit over te nemen. Een besluit dat dan vooral gestoeld zou
zijn op emoties en niet op feiten, het huidige raadsvoorstel is daar namelijk
te summier voor, we willen daar meer duidelijkheid over, met rekenvoorbeelden
en scenarios, zodat we daar weloverwogen een besluit over kunnen nemen.
En daarmee heb ik
het amendement niet keurig samengevat maar juist over uitgeweid, dus rest mij
niets om het nu daadwerkelijk in te dienen, en daarmee mijn betoog af te
ronden: